Schilderij voorstellende het Rokin in Amsterdam, huisnummers 106, 108 en 110, met links ingang Spui.
Op dit schilderij uit 1944 is de kunsthandel Joseph M. Morpurgo aan het Rokin in Amsterdam te zien. Op de gevel prijkt de naam van Jacques Jansen in plaats van Morpurgo. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd de kunsthandel gesloten door de Sicherheitsdienst. Op grond van de op 12 maart 1941 uitgevaardigde verordening tot verwijdering van joden uit het bedrijfsleven stelde de Duitse bezetter vervolgens in november 1941 Jacques Jansen, een in Amsterdam woonachtige handelaar van Duitse nationaliteit, als Verwalter aan. Een Verwalter was een door de nazi’s aangewezen zaakwaarnemer. Tijdens het beheer van Jansen kregen de toenmalige eigenaren van de zaak, Louis Morpurgo en zijn zoon Lion, gedurende circa zes maanden ieder een bedrag van 200 gulden uitgekeerd, maar werd hun de toegang tot de kunsthandel ontzegd. In de zomer van 1942 werd Louis Morpurgo naar kamp Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 12 augustus 1942 werd vermoord. Zijn zoon Lion werd op onbekende datum gedeporteerd naar kamp Theresienstadt maar overleefde de oorlog.