Vermeld bij gebruik van deze afbeelding ‘Collectie Joods Historisch Museum’.
Neem contact op met fotoservice@jck.nl voor de afbeelding in hoge resolutie of TIFF-formaat.
Joods Museum
Foto's
Pasfoto van Cilly (Cäcilie) Levitus (1925) uit het Ned. Isr. Weeshuis in de Rapenburgerstraat, ca. 1940
pasfoto
F010678
breedte: 4.5 cm
hoogte: 5.9 cm
onbekend (fotograaf)
Ned. Isr. Meisjesweeshuis (Amsterdam)
Het Ned. Isr. Meisjesweeshuis was gevestigd in de Rapenburgstraat 169-171. Het Ned. Isr. Weesmeisjes Collegie bestond al vanaf 1761, en had als motto Mangasiem Toviem Magadle Jethomoth ('tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes'), zoals de gevelsteen op nummer 171 vermeldt. Aanvankelijk verstrekte het Collegie financiële ondersteuning aan familieleden die de wezen opvoedden. Rond 1861 bleek een weeshuis noodzakelijk en nam men het pand Rapenburgerstraat 171 in gebruik. Meisjes kregen hier een orthodoxe opvoeding en les in huishoudelijke vakken opdat ze aan de slag konden als dienstmeisje of naaister. Na circa 1930 kregen ze opleidingen tot verpleegster, secretaresse of onderwijzeres. Op 10 februari 1943 ontruimde de bezetter het Joodse Meisjesweeshuis. Van de 103 meisjes hadden zo'n dertig een sperre, enkelen wisten te ontkomen. Uiteindelijk zijn 63 meisjes en 7 begeleiders naar Westerbork afgevoerd.
Rapenburgerstraat
Levitus, Cäcilie (1925-2010)
Cäcilie (Cilly) Levitus (Frankfurt, 19 oktober 1925 - Langen (Dld.), 3 november 2010), was leerlingkinderverzorgster in de Creche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Cäcilie en haar zusje Jutta kwamen in 1938 als vluchtelingen op een kindertransport vanuit Duitsland naar Nederland en werden in een joods weeshuis in Amsterdam geplaatst. Na de huishoudschool kreeg Cäcilie werk in de Creche, waar ze tijdelijk van deportatie was gevrijwaard totdat in september 1943 alle resterende kinderen van de Creche tijdens een razzia werden weggehaald. Vervolgens dook Cäcilie onder, op verschillende adressen en uiteindelijk bij Victor en Theodora van der Aar in Ravenstein (Noord-Brabant). Hier overleefde ze de oorlog.
Het Ned. Isr. Meisjesweeshuis was gevestigd in de Rapenburgstraat 169-171. Het Ned. Isr. Weesmeisjes Collegie bestond al vanaf 1761, en had als motto Mangasiem Toviem Magadle Jethomoth ('tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes'), zoals de gevelsteen op nummer 171 vermeldt. Aanvankelijk verstrekte het Collegie financiële ondersteuning aan familieleden die de wezen opvoedden. Rond 1861 bleek een weeshuis noodzakelijk en nam men het pand Rapenburgerstraat 171 in gebruik. Meisjes kregen hier een orthodoxe opvoeding en les in huishoudelijke vakken opdat ze aan de slag konden als dienstmeisje of naaister. Na circa 1930 kregen ze opleidingen tot verpleegster, secretaresse of onderwijzeres. Op 10 februari 1943 ontruimde de bezetter het Joodse Meisjesweeshuis. Van de 103 meisjes hadden zo'n dertig een sperre, enkelen wisten te ontkomen. Uiteindelijk zijn 63 meisjes en 7 begeleiders naar Westerbork afgevoerd.
Cäcilie (Cilly) Levitus (Frankfurt, 19 oktober 1925 - Langen (Dld.), 3 november 2010), was leerlingkinderverzorgster in de Creche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Cäcilie en haar zusje Jutta kwamen in 1938 als vluchtelingen op een kindertransport vanuit Duitsland naar Nederland en werden in een joods weeshuis in Amsterdam geplaatst. Na de huishoudschool kreeg Cäcilie werk in de Creche, waar ze tijdelijk van deportatie was gevrijwaard totdat in september 1943 alle resterende kinderen van de Creche tijdens een razzia werden weggehaald. Vervolgens dook Cäcilie onder, op verschillende adressen en uiteindelijk bij Victor en Theodora van der Aar in Ravenstein (Noord-Brabant). Hier overleefde ze de oorlog.