In 1941 weet Truus met behulp van het Nederlands verzet via Frankrijk, Spanje en Cuba te vluchten naar Amerika. Ze houdt onderweg een dagboek bij van 130 pp. dat een verslag geeft van haar reis van Amsterdam (11 augustus 1941) tot uiteindelijke aankomst in New York (23 december 1941). De rechterbladzijden heeft ze steeds beschreven en de linkerbladzijden zijn beplakt met (kopieën van) documenten of foto's van de reis. Bijvoorbeeld gedrukte passagierslijsten náár Havana en van Havana naar New York, menukaarten op het schip etc. --- Via Parijs reizen ze eerst naar Hendaye, Irun (Frans Baskenland). Ze reizen met Hoyman en Schuurman, scheepsagenten. Verder reizen ze met Brasch en Rothenstein, internationale expediteurs. Hiervan zit een brief ingeplakt met regels voor onderweg. Het transport wordt begeleid door SS officieren. --- Truus geeft een zeer gedetailleerd verslag van de reis per schip en het verblijf in Havana. Ze reist samen met vriendin 'Nanny', Marianne Loeté. --- Op donderdag 4 september 1941 komen ze aan in Havana, waar ze worden opgewacht door een oom en tante, maar eerst moeten ze in quarantainekamp Tiscornia. Op 6 september zijn ze vrij en voegen ze zich bij haar oom en tante. In Havana wachten ze op papieren en vieren ze ondertussen vakantie door naar de bioscoop te gaan, dansen en uitgaan. Dit in afwachting van de papieren van het Amerikaanse consulaat in Havana, die ze krijgen in december. Op 20 dec gaan ze van Havana naar Mexico en op 23 dec 1941 komen ze aan in New York en eindigt het eerste dagboek. --- Het tweede dagboek beschrijft de tijd in New York van december 1941 tot september 1943. Hier vindt ze een baan. --- --- Truus Beffie is geïnterviewd door Selma Leijdesdorf in het project 'Late getuigen van Sobibor'.