Hijman Scholte (Amsterdam, 21 februari 1902 - Amsterdam, 3 november 1983), geboren als zoon van diamantbewerker Barend Scholte en Grietje Borstel, werd als liedjeszanger en omroepmedewerker bekend als Bob Scholte. Hij volgde anderhalf jaar de opleiding tot voorzanger aan het Ned. Isr. Seminarium, voor hij op veertienjarige leeftijd koos voor het operette- en varietécircuit. Hij debuteerde in 1916 in Carré in de operette De Marskramer van Franz Léhar. In die tijd koos hij voor de voornaam Bob. In 1921 trouwde hij met Martha Monnickendam (1904-1945), met wie hij een zoon Albert (1921) en een dochter Margaretha (1923) kreeg. In 1931 brak Scholte door als 'huiszanger' bij de AVRO-radio. In de Tweede Wereldoorlog zijn zijn vrouw en kinderen in de kampen omgekomen. Zelf overleefde hij de oorlog (o.a. in het Philips-kommando in Kamp Vught). In 1950 vestigde hij zich met zijn tweede vrouw, Cornelia Diana van Asperen (1910-1975) in Antwerpen.