Zeshoekige toren in twee geledingen op schacht. De gladde bijna cilindrische schacht met voetring met ribbelrand en een gladde ring bovenaan gaat met een bolvorm over in de omgang van de eerste geleding. Deze heeft een borstwering van filigrain met rozetten en spiralen en aan elke hoek een lusje voor een bel. Hierboven bevinden zich zes uitgebogen ribben waartussen zich filigraindecoratie bevindt, voorzien van een opening voor een bel. De tweede zich verjongende geleding heeft dezelfde opbouw van balustrade en uitgebogen ribben. De spits bestaat uit een kroon van filigrain met acht baleinen en een bladerknop als top.
![[geen titel]](https://media.delving.org/thumbnail/jck/joods-historisch/d278/278N012/500)