Paulinka zit aan een ronde tafel met een niet nader te identifi- ceren (want voor het overgrote deel buiten het beeld vallende) persoon van vermoedelijk het mannelijk geslacht op grond van de spreidstand der benen onder de tafel; zeer waarschijnlijk be- treft het zelfs een mede-(tegen)speler van Paulinka in het stuk (zie tekst JHM 4554).De half onzichtbare zet juist zijn kopje terug op tafel (of pakt deze juist op...). Daberlohn wordt hier schertsenderwijs vergeleken met Paulinka's schaduw vanwege zijn onophoudelijke aanwezigheid.
